14/06/2023
In de Sint Baafskathedraal te Gent bouwde Louis Bis en Pierre Destré
in 1653 een nieuw orgel in de kruisbeuk van de kerk. Jacques Sauvage
maakte de prachtige kas. Na verschillende verbouwingen, o.a. door
Nicolas Langlez, Jean-Baptiste de Forceville en Pieter van Peteghem
is het binnenwerk in 1913 vervangen door een pneumatisch orgel van
Georges Cloetens uit Brussel. In 1935 kocht men een nieuw orgel,
gemaakt door de firma Klais voor de wereldtentoonstelling te Brussel.
Dit instrument werd in het koor geplaatst, en door Klais gekoppeld
aan het oude orgel. Op 30 september 1936 nam het geheel hernieuwde
vijfklaviers orgel in gebruik met een bespeling door Emile De Groote,
organist van de kathedraal, en Flor Peeters, organist te Mechelen.
Het orgel heeft 2 speeltafels. De hoofdspeeltafel heeft 5 manualen. In het koor staat nog een kleinere speeltafel met 3 manualen.
Technische gegevens
Manuaalomvang C-c4
Pedaalomvang C-g1
Tractuur: Electro-pneumatisch
Bovenstaande info: Piet Bron
De dispositie:
Hoofdwerk:
Prestant 16
Gedekt 16
Prestant 8
Roerfluit 8
Kwintadeen 8
Oktaaf 4
Fluit 4
Gemshoorn 4
Kwint 2 2/3
Oktaafken 2
Spitsfluit 2
Vulwerk 4-6 st.
Ruispijp 4 st.
Kornet 5 st.
Bazuin 16
Trompet 8
Kromhoorn-regaal 8
Klaroen 4
Rugpositief:
Principaal 8
Holpijp 8
Wilgenpijp 8
Oktaaf 4
Koppelfluit 4
Nasaard 2 2/3
Zwegel 2
Stemmeken
Cimbelken 4 st.
Tertiaan 2 st.
Regaal 8
Regaalken 4
Pedaal:
Bromstem 32
Principaal bas 16
Open bas 16
Bromstem 16
Zachtbas 16
Kwintbas 10 2/3
Oktaafbas 8
Gedektbas 8
Roerfluit 8
Hoge oktaaf 4
Kleine fluit 4
Veldfluit 4
Groot vulwerk 4 st.
Bazuinbas 32
Bazuin 16
Trompetbas 8
Zink 4
Zingend kornet 2
Koppelingen:
Hoofdwerk – Nevenwerk, Hoofdwerk – Koorwerk, Hoofdwerk – Zwelwerk, Hoofdwerk – Bovenwerk, Nevenwerk – Koorwerk, Nevenwerk – Zwelwerk, Nevenwerk – Bovenwerk, Koorwerk – Zwelwerk, Koorwerk – Bovenwerk, Zwelwerk – Bovenwerk, Bovenwerk – Zwelwerk, Pedaal – Hoofdwerk, Pedaal – Nevenwerk, Pedaal – Koorwerk,
Pedaal – Zwelwerk
en Pedaal – Bovenwerk.
Speelhulpen: Generaal Crescendo en 7 sub- en superoctaafkoppels.
De dispositie van het Koororgel (elektrisch bespeelbaar vanaf het Hoofdorgel)
Hoofdwerk:
Kwintadeen 16
Principaal 8
Houten fluit 8
Salicionaal 8
Oktaaf 4
Blokfluit 4
Oktaafken 2
Terts 1 3/5
Kleine kwint 1 1/3
Vulwerk 4 st.
Cimbelstem 2-3 st.
Kromhoorn 8
Koptrompet 4
Zwelwerk:
Zachtgedekt 16
Vioolprincipaal 8
Kwintadeen 8
Oktaaf 4
Dwarsfluit 4
Cimbelken 3 st.
Echo-kornet 3-5 st.
Dulciaan 16
Trompet 8
Bovenwerk:
Nachthoorn gedekt 8
Spitsgamba 8
Zweving 8
Zingend principaal 4
Zwitserse pijp 4
Woudfluit 2
Scherp 3-4 st.
Seskwialter 2 st.
Hobo 8
Regaal 4
Pedaal:
Gedekte fluit 16
Echobas 16
Fluitbas 8
Gedekt 8
Kwint 5 1/3
Oktaaf 4
Fluit 4
Veldfluit 2
Oktaafcimbel 2 st.
Pommer 16
Hoorn 8