11/12/2022
Geloof
Het is me wat in december. Al dat geloof. Allereerst natuurlijk Sinterklaas met al het rumoer eromheen. Je zou het geloof in de goedheiligman bijna verliezen door alle kritiek die hij over zich heen krijgt. Na Ali B en Matthijs moet hij het weer ontgelden. Terwijl hij zich niet heeft schuldig gemaakt aan ontucht of zo. Je kunt hem hoogstens verwijten dat ie niet bestaat. Ofschoon als ie er is en Dieuwertje ontvangt hem als een vorst, begin ik toch weer te twijfelen. En als ik bovendien al die kinderen zie en hoor die hem hartstochtelijk toejuichen, weet ik: hij bestáát. Zeker voor die kinderen en wie ben ik dan om hun dat geloof te ontnemen of te verbieden. Ik heb er altijd weer lol in als ik die klompjes zie staan voor de open haard met die wortels er in. -Hé, hebben jullie nog een open haard?- Krijgen we dat weer..
Nee dat Sinterklaasfeest mag van mij blijven. Zie ginds komt de stoomboot.. Hoe verzinnen ze het steeds weer. Maar veel in dit versje stuitte op verzet. Vooral over het tweede couplet zijn kamervragen gesteld. Zijn knecht staat te lachen.. ruikt naar de slavernij. Wie zoet is krijgt lekkers, wie stout is de roe.. Het is de reinste kindermishandeling.. En ga dan niet stilletjes mijn huisje voorbij.. is je reinste discriminatie. ‘k heb de hele maand gezongen en dan rijdt ie stilletjes, zonder iets te zeggen aan mijn huisje voorbij. Het tweede couplet is op de Basisschool tegenwoordig verboden.
Maar zelfs met al die tegenwind blijf ik het een hilarisch feest vinden. Anders is het met Kerst. Daar zal ook veel kritiek op zijn maar vooralsnog zal dit feest altijd overwinteren. Want hier heeft het geloof wereldwijd veel betekend. Het is u allemaal wel bekend. Er zitten aan dit geloof ook haken en ogen, maar het brengt nu nog zoveel mensen bij elkaar dat je aan haar invloed niet kunt twijfelen. -Ik geloof nergens aan, liet mijn vriend zich tijdens een verjaardag ontvallen. Prima, hij gelooft wel, maar nergens aan. Moet kunnen. Ook niet in een mooie toekomst? Nee, ook niet. -Heb ik je wel eens gezegd hoeveel alimentatie ik elke maand schuldig ben. Vroeger wilde ze nooit, maar nu kleedt ze me gewoon uit. -Je gelooft dus niet dat het goedkomt. – Ze kan de pot op! Potdikkie wat jammer. Ja, als je je geloof in je vrienden al verliest.. Hé, en het Nederlands elftal, geloof je daar nog in? -Die trainer vertrouw ik voor geen cent. Wat heeft ie tot nu toe laten zien?
Het gesprek over geloven eindigt hier zo’n beetje. Ik had hem nog willen vragen of ie in een Kerstkind gelooft. Maar als ie al niet in Sinterklaas, in de toekomst, in zijn vrouw of in de trainer van het Nederlands elftal gelooft, stel ik verder geen vragen. – Wil je nog wat drinken? stel ik voor. -Nee dank je, ik geloof dat ze vanavond op alcohol gaan controleren.
Goed zo. Gelooft ie toch nog wat..