17/12/2023
HET BESTE " CONCERT" OOIT ?
Geen concert meer te noemen, maar een totaalbeleving-het allereerste concert van Sault vond plaats in Oost Londen in een voormalig IKEA warehouse. Zie hier een van de vele recensies, omdat dit event alles overtrof.
This. Is. Mind. Blowing’, zegt een zwarte Britse fan die zijn arm rond de schouder van zijn Nederlandse vriend slaat. Enkele minuten ver in de show kijken ze beiden met open mond naar Afrikaanse dansers die wervelen op de tribale ritmes van een tiental percussionisten. Het eerste liveoptreden van de Londense band Sault is een beleving, een kunstwerk, een dansperformance, modeshow en concert in één.
Niemand die minder had verwacht. ‘Sault speelt met de wetten van de muziekbusiness’, vertrouwt concertganger Joe me al toe in de meterslange wachtrij voor de ingang. De witte oudere Brit in roze bomberjack weet het wel zeker: ‘Bij een onorthodoxe band hoort een onorthodoxe show.’
Sault toonde zich vanaf zijn plotse verschijning in 2019 atypisch. De band weerde interviews, clips en foto’s. Albums werden onaangekondigd gedropt. Intussen weten we dat hij de spil van het los-vaste Londense collectief Inflo is, een producer die eerder al werkte met Adele. Zijn vrouw Cleo Sol neemt de meeste vocals op zich, met guestspots voor onder meer rapqueen Little Simz en neosoulzanger Michael Kiwanuka.
Koelkast vol rot
Saults eerste concert werd summier aangekondigd op Instagram, waarna er nog shows in New York, Parijs en als afsluiter ‘Afrika’ aangestipt werden. Dat laatste is symbolisch, de band koestert muziek uit de Afrikaanse diaspora, zijn songs snoepen van soul over gospel tot funk en reggae, omkaderd in een sfeer die reikt van een punkspirit tot orkestrale dons.
Dat tickets 99 pond kostten, wekte ook beroering. Fans vonden die prijs veel te hoog voor een band die voor verschoppelingen opkomt en vorig jaar nog in één dag vijf albums gratis weggaf. Niettemin was de show in vier minuten uitverkocht.
Voor dat geld toonde Sault zich wel gul. Het optreden vond plaats in Drumsheds, een concertlocatie in een voormalig Ikea-warenhuis in Oost-Londen. Alleen al binnenwandelen was wonderlijk. Via een slakkenhuis met bestofte archiefdozen belandde je in een aftandse woonkamer en keuken met uitgeblust ogende sujetten voor wie massaconsumptie een relict uit een ver verleden leek.
Daarna moesten de paar duizend concertgangers zich door een koelkast vol rottend eten wurmen, om dan via een verroeste konijnenpijp terecht te komen in een hemels verlicht spiegelpaleis versierd met cactussen. Daartussen pronkten Saults elf albums als relieken in glazen schrijnen.
Het voelde als een wedergeboorte wanneer je de oude opslagruimte zelf betrad. Die ontvouwde zich als een muzikaal speelparadijs, opgedeeld in verschillende podia, een catwalk en tribunes in geoxideerd metaal, met daarrond flonkerende neonlichten. Centraal eiste een ruimteschipachtige glazen box alle aandacht op. ‘Gaan we hier staan, of daar? Ik kan niet beslissen’, hoorden we enkele fans twijfelen op zoek naar de beste plek. Ogen en oren kwam je sowieso te kort.
Ninja-outfits
Een Aziatische trommelaar opende de debatten met traditionele percussie, waarna een zestigkoppig koor opdook, elke zanger uitgedost als een Scandinavische elf. Aan de andere kant etaleerde een legertje strijkers, paukenisten, harpisten en blazers Saults liefde voor symfonische soul. ‘Love is the key’, weergalmde uit zestig kelen, de toon was gezet.
Sault had aangekondigd alleen nieuw materiaal te spelen, maar dat bleek (gelukkig) een leugentje. De in een zilveren pak gehesen Little Simz veroorzaakte een delirium met een withete versie van ‘No fear’. Cleo Sol kreeg de zaal stil met de orkestrale soul van ‘Time is precious’, terwijl een halfzwarte, half-zilveren man sierlijk de catwalk inpalmde.
Voortdurend eisten veelal zwarte dansers de aandacht op met hun bewegingen en outfits. In oranje werkmansplunjes, met witte veren of in ordetroepenpakken compleet met kogelvrije vesten. Met traditionele dansen en ballet, maar ook met vogueing en krumping.
Sault dolde ondertussen met de perceptie. Little Simz en Cleo Sol hulden zich in balaclava’s en zonnebrillen, de muzikanten bleven verstopt achter mat glas, of namen plaats in de spacy box die zich voor het merendeel van de tijd vulde met rook. Als ze al tevoorschijn kwamen, hielden ninja-outfits hen anoniem.
Kartonnen dozen
Achter de glazen wand ontwaarden we het silhouet van Michael Kiwanuka, die ‘Colour blind’ op een jazzgitaartje bracht. De Jamaicaanse reggaezanger Chronixx herkenden we aan zijn patois in ‘Angel’. Net wanneer dat gebrek aan gezichten je aandacht dreigde te doen verslappen en je opviel dat de blauwe bunker wat koud galmde, zette de funksoul van ‘Free’ en ‘Black is’ ieders heupen in vuur en vlam. ‘I will always rise’, zong Cleo Sol in afsluiter ‘Wildfires’. Zielsverheffing klonk zelden zo tastbaar.
Als nieuwerwetse hippies predikte Sault de hele avond lang de liefde. Tijdens ‘Masterpiece’ vormden dansers met letters op kartonnen dozen de woorden ‘start a universal love trend’. Weet u dat ook weer: de bandnaam Sault is een acroniem.
Na de gesamtkunstwerken van Beyoncé en co. tilde ook Sault op zijn geheel eigenzinnige manier livemuziek naar een ander niveau. En dat drie uur lang. Mindblowing, iemand had het al gezegd.