05/07/2022
As is verbrande turf…
Kent u die uitdrukking nog? Ik denk dat over niet al te lange tijd de betekenis van deze uitdrukking de meeste mensen volledig zal ontgaan. Want wie stookt er nog op turf? Wie weet er straks überhaupt nog wat turf is? Mijn leerlingen kennen het alvast niet meer. En misschien ook wel terecht; fossiele brandstoffen zijn immers iets van het verleden. En toch… er is weinig wat ik zo fijn vind ruiken als een goed vuurtje. Zij het een turfvuur of een houtvuur. Fijnstof, ik weet het, maar die geur…
Enfin, turf wordt nauwelijks meer gebruikt, behalve in één industrie natuurlijk: de Whisky industrie. In de tijd dat uit elke schoorsteen in Schotland een blauwe turfrook opsteeg, was alle Schotse Whisky geturfd, dat wil zeggen: het graan waarvan de Whisky gemaakt is wordt gemout boven een turfvuur. Dit had één reden: turf was simpelweg de meest voor handen zijnde brandstof. Gedurende de 20e eeuw veranderde dit, en kwamen andere bronnen van energie beschikbaar: olie, gas, hete lucht. Tegenwoordig heeft het gros van de Whisky geen geturfd karakter meer, al zijn er soms nog wel sporen van turf aanwezig. De distilleerderijen die nu nog geturfde Whisky maken doen dan om een andere reden: de smaak.
Want turf heeft smaak. En niet zo’n klein beetje ook. Love it or hate it, maar de geur van turfrook in Whisky is niet te vergelijken met welke andere drank dan ook, met uitzondering misschien van Mezcal. Dit is natuurlijk allemaal geen nieuws voor de doorwinterde Whisky liefhebber, maar waar ik deze keer de nadruk op wil leggen is op de verschillen tussen turf en turf. Wat zegt u? Jawel de verschillen tussen turf en turf.
Want turf is een natuurlijk product, en net als druiven van verschillende grondsoorten en regio’s van smaak verschillen, verschilt ook turf uit verschillende regio’s van smaak. Zo is één van de oorzaken van de typische zilte, jodium-achtige smaak van Islay Whisky het feit dat de gebruikte lokale turf op dit eiland bestaat uit algen, zeewier en andere waterplanten. Dat geeft een fundamenteel andere smaak dan de turf van de heidevelden in de hooglanden die bijvoorbeeld door Ardmore of Benromach gebruikt wordt. Ook maakt het nogal uit hoeveel turf een distilleerderij gebruikt. Dit wordt gemeten in Parts Per Million (ppm), en verschilt enorm van distilleerderij tot distilleerderij. Zo stookt een milde geturfde Whisky als Highland Park met 12-15 ppm turf, stevigere Islay distilleerderijen als Laphroaig en Lagavulin met 35 ppm, Ardbeg zelfs rond de 50 ppm en een turfmonster als Octomore, van Bruichladdich, boven de 100 ppm.
En dan is er nog de leeftijd: jonge, geturfde whisky heeft een heel ander karakter. De smaak van de turf veranderd met de jaren, van een hap klei, aarde en stookolie, naar zachtere tonen van een smeulend haardvuur, as of tabaksrook. Daarom proef ik deze keer een drietal hele verschillende geturfde Whiskies, om eens goed te kijken naar deze prachtige grondstof, die Schotse whisky zo bijzonder maakt. (Al bestaat er uiteraard ook geturfde Whisky uit andere landen.)
We beginnen in de Lowlands, een regio die normaal niet bekend staat om zijn rook, maar om zijn lichte, grassige en bloemige Whisky. Deze Whisky is slechts 3 jaar oud en geproduceerd door Annandale, een nieuwe distilleerderij die prachtig gelegen is op de ruïnes van de oude distilleerderij die hier in de 19e eeuw stond.
Whisky Druid Annandale peated 2015, gerijpt op een ex-Oloroso sherry vat, 57,6% en 45ppm turf
Geur: Sinaasappel, heide, kampvuur en kruiden, gevolgd door honing, koperen munten, paprika – een tikje hartig, typisch voor de combinatie van turf en sherry. Prachtige zachte neus voor zo’n jonge whisky op zo’n hoog percentage.
Smaak: Een vleugje zwavel is het enige minpuntje, maar dat verdwijnt enorm snel en maakt plaats voor klei, aarde, houtvuur, gerookt vlees, sinaasappelmarmelade en peper. Belachelijk goed voor zo’n broekie.
Finish: Droog en kruidig, met houtvuur, amandel, koffie en specerijen.
Cijfer: 8.6
Voor de twee Whisky van de avond gaan we volledig de andere kant op. Van de lowlands naar de highlands, en van jong naar oud.
Ardmore 1996, gerijpt op first fill bourbon en Islay vaten, 49,3%, 10-15ppm turf
Geur: Zacht en warm, graankoekjes, honing, vanille, toffee, gekonfijte gember, vetiver, sinaasappelmarmelade en tabak. Een hint van haardvuur en olie op de achtergrond, en wat cederhout.
Smaak: Rijk en romig, met bijenwas, groene kruiden, tabak, as, sinasschil, rode appels, vanille, melkchocolade en toffee. De turf in deze Whisky is door de jaren heen zacht geworden.
Finish: Romig en rokerig, met as, gember, hars, cederhout en crème brûlée.
Cijfer: 8.9
We sluiten af met een turfbeest waar ik altijd een zwak voor gehad heb: Octomore. Deze Whisky wordt gemaakt bij Bruichladdich, een distilleerderij die normaal bekend stond om zijn ongeturfde Whisky, zeer ongebruikelijk voor Islay, waar alles turf is dat de klok slaat. In 2001 introduceerden zij echter Port Charlotte, een op 40ppm geturfde Whisky, vernoemd naar een oude distilleerderij in het dorp verderop. In 2002 volgde Octomore, vernoemd naar een boerderij nabij de distilleerderij, in een poging de zwaarst geturfde Whisky ter wereld te maken. Dat lukte, Octomore varrieert van 90 tot over de 200ppm turf. De editie die ik drink is nog relatief ‘licht’ op 96,9ppm
Octomore 10.2 διάλογος, gerijpt op first fill bourbon en 3rd fill Sauternes dessert wijn, 56,9%, 96,9ppm turf
Geur: Een barbecue op het strand, met kampvuur, zilte zee, gegrilde vis met citroen, gerookte spek, paprika, zeewier, perzik, appel en vanillecustard, maar ook wat boers in de achtergrond, stalgeur.
Smaak: Een dikke, rijke textuur, met smaken van stookolie, rook, brandend hout en tabak bedekt door een dikke, romige vanillesaus, met boter, witte wijn, grapefruit en melkchocolade. Veel rijker dan alleen een bak turf, zoals je wellicht zou verwachten.
Finish: Een romige, notige nasmaak, met amandel, boter en opnieuw rook en zilte zee.
Cijfer: 8.9
Alle drie deze whiskies zijn totaal anders van smaak, en de turf toont zich zeer verschillend: als vuur, barbecue en zeewier in de zwaar geturfde Islay, als as en crème brûlée bij de highlander op leeftijd, en als gerookt vlees bij de jonge lowlander. Maar in alle gevallen voegt het iets toe aan de Whisky.