09/02/2020
Massaal delen, taggen!
Tussen de Macht van het Recht en het Recht van de Macht!
Gisterochtend werd er bij mij aangebeld door een aantal politieagenten om mij een brief te overhandigen van de Minister van Justitie en Veiligheid. In de brief spreekt het ministerie haar intentie uit om het gebiedsverbod waarmee zij mij verbieden bepaalde gebieden in Den Haag te betreden, te verlengen met zes maanden.
Dit besluit is tot stand gekomen naar aanleiding van een aantal van mijn uitspraken op facebook en in de media. Uiteraard zul je in deze uitspraken geen aanzet tot geweld of verheerlijking van terrorisme aantreffen. Het betreft slechts preken waarin islamitische onderwerpen uiteengezet worden of bepaalde analyses gemaakt worden van situaties die moslims aangaan.
Hoewel de minister erkent dat mijn uitspraken de wet niet overschrijden, claimt hij dat ze desalniettemin nuttige informatie bevatten voor jihadisten en extremisten en dat het een negatief effect kan hebben op de jongeren die de minister poogt te beschermen tegen extremisme.
De realiteit is echter dat de antiterrorisme wetgeving die na 11 september 2001 in het leven is geroepen, van dusdanig aard is dat het alleen moslims treft. Het is vooral bedoeld om religieuze activiteiten te dwarsbomen en moskeeën, stichtingen en educatieve instellingen tegen te werken.
Daarnaast beoogt deze wetgeving de shoeyoeg en predikers uit te sluiten, vooral de salafi’s onder hen. Het heeft de media vrij spel gegeven om moslimvoormannen te framen en de islamitische principes te ridiculiseren. De media heeft tevens de taak op zich genomen om angst te zaaien voor de islam onder de Nederlandse bevolking en de alarmbellen te rinkelen aangaande de Nederlandse moskeeën. Alsof moskeeën moordenaars en bloedvergieters produceren?
De wetgeving geeft gemeenten ook ruime bevoegdheden om te interveniëren in moskeeën en hen op te leggen wie er wel en niet mag prediken. Een prediker wordt al door de gemeente als onwenselijk beschouwd wanneer hij slechts waarschuwt tegen onzedelijk gedrag of spreekt over de rechten die echtgenoten op elkaar hebben, terwijl de grondwet deze basisrechten toekent aan alle groepen in de samenleving.
Met andere woorden, wij zijn een makkelijke prooi geworden voor politici en media. Daar komt bij dat sommige onderwijsinstellingen en andere publieke plekken zich regelmatig schuldig maken aan openlijke racisme en religieuze vervolging.
De moslim die zijn geloof wil belijden voelt zich bijna genoodzaakt om de overheid om toestemming te vragen wat hij wel of niet mag geloven of voor het uitvoeren van zijn rituele aanbiddingen. Sterker nog, politici en media bepalen tegenwoordig welke imam ‘gematigd’ is en welke ‘extreem’. De ‘extremisten’ krijgen dan bijnamen als ‘haatprediker’. De antiterrorisme wetgeving is verworden tot een zwaard op de nekken van imams, predikers en voorzitters van moskeeën.
Dankzij deze wetgeving die vaak uitgaat van containerbegrippen, is de minister in staat om aantijgingen van extremisme, terrorisme en aanzetten tot geweld uit te delen aan het adres van islamitische instellingen en haar leiders. Dit doet men door uitspraken van imams en predikers op absurde wijze te interpreteren zodat ze geclassificeerd kunnen worden als haatdragend. Als voorbeeld haal ik hier de aantijging aan die eerder tegen mij gebruikt werd om het gebiedsverbod te rechtvaardigen. Mij werd toen verweten dat ik in mijn preken spreek over het feit dat moslims tot één natie behoren. Dit beschouwt de minister als een gevaar voor de staatsveiligheid. Wat is dit voor absurditeit?
Voeg daaraan toe dat de uitgesproken intentie om mijn gebiedsverbod te verlengen niet op zichzelf staat. Het komt in een tijd waarin er een heftige politieke strijd gaande is tegen verschillende islamitische instellingen, zoals Stichting as-Sunnah in Den Haag en Stichting al-Fitrah in Utrecht. Dit toont heel duidelijk aan dat de rechts georiënteerde overheid de antiterrorisme wetgeving misbruikt om moslims te vervolgen en hen te bestrijden met intellectuele en culturele terrorisme. Wat hen daarbij helpt is het gebrek aan islamitische juridische organisaties die moslims kunnen verdedigen en de verdeeldheid die momenteel onder moslims heerst.
Het is zaak dat de Minister van Justitie en de NCTV inzien dat het belijden van religie en de vrijheid om meningen van islamitische geestelijken te raadplegen een recht is en geen geschenk van de minister of de overheid.
Tevens is het misbruiken van de wet om een minderheid te dwarsbomen in het beoefenen van haar rechten een schandvlek op het gezicht van deze politici. De posities die zij bekleden geven hen niet het recht op deze misplaatste handelingen.
Ook zou men lering moeten trekken uit de geschiedenis. De wreedheden die de inquisitie vijf eeuwen geleden heeft gepleegd jegens de moslims in Spanje waren ook wettelijk verordend door een rechtbank. Desondanks wordt het wereldwijd beschouwd als misdaden tegen de menselijkheid. Door het onrecht te hullen in de mantel van wetgeving wordt het niet plotseling legitiem.
Moslims hebben op dit moment een gemeenschappelijk gevoel van onbehagen en beginnen langzaam consensus te krijgen over het feit dat de overheid hen doelbewust probeert te treffen in hun religie en overtuiging. En dat achter de woorden van politici en media over extremisme en terrorisme een strijd schuil gaat die gericht is op de islam zelf. En dat de pogingen om een wig te drijven tussen de gewone moslim en hun religieuze leiders bedoeld zijn om moslims af te snijden van hun bronnen van islamitische kennis.
Moslims hebben er geen hoop meer in dat deze series van tegenwerkingen zullen stoppen, behalve als de rechtspraak hier integer mee omgaat en de moslims hun religieuze rechten toekent die de overheid hen in toenemende mate probeert af te nemen.
Tot slot maak ik van deze gelegenheid gebruik om de moslims te wijzen op het belang dat zij zich proactief moeten inzetten om hun rechten te waarborgen en deze tsunami van onrecht waar ze aan bloot gesteld worden het hoofd te bieden. Niemand anders zal het voor hen doen!
O Allah, ik heb de boodschap overgebracht. Oh Allah wees er getuige van.
Leidschendam – Nederland 18/01/2020
Fawaz Jneid
Fawaz Jneid