04/12/2024
VADERS HORLOGE NA 80 JAAR TERUG BIJ FAMILIE VAN HUNEN
Mogelijk gemaakt door de ellen (volkskrant)
En Harm Kuijper lees dit bericht van mijn vader.
GESTOLEN HERINNERINGEN
In het project `Gestolen Herinneringen` lukte het een team van de Volkskrant om gevonden bezittingen van 44 nazigevangenen te overhandigen aan nabestaanden. Een van deze gevangenen was Gerard van Hunen.
Ellen de Visser schreef in de Volkskrant het volgende:
Verzetsman Gerard van Hunen wist aan de nazi’s te ontsnappen dankzij een naderende trein Hij liep mee met een groep gevangenen, kreeg van een Duitse soldaat een klap met een geweer tegen zijn hoofd en zakte in elkaar. De groep moest stoppen voor een dichte spoorwegovergang en toen Gerard weer bij kennis kwam, bleek de rest doorgelopen. Hij wist ongezien weg te komen en dook onder.
Zo vertelde hij het jaren later aan zijn kinderen, maar verder liet hij weinig los over de oorlogsjaren. Zoon Niek kan er kort over zijn: zijn vader zat in het verzet, fotografeerde de stellingen van de Duitsers rond Arnhem, werd gesnapt en opgepakt. Wanneer en waar en hoe het verder ging - hij heeft het nooit geweten. Nu, 80 jaar later, levert het zakhorloge van zijn vader alsnog een paar puzzelstukjes uit het verleden.
Het horloge lag al die tijd in een Nederlands archief, in een voorgedrukt bruin envelopje uit een Duitse gevangenis. Een nazi-beambte had er in 1944 een naam op geschreven die moeilijk leesbaar was. In het Nationaal Archief ontdekten we uiteindelijk om wie het ging: in het register van de Utrechtse gevangenis Wolvenplein, die onder nazibewind stond, vonden we de naam van Gerard van Hünen, door de nazi’s genoteerd als Van Huenen.
Die umlaut hoort niet op zijn achternaam, ontdekten we in de burgerlijke stand. Het spoor leidde naar het dorp Warnsveld, waar Tweede Wereldoorlog-expert Harm Kuijper meteen voor ons naar de winkel van de plaatselijke poelier Niek van Hunen stapte. Was hij misschien familie van Gerard? ‘Dat was mijn vader’, antwoordde Niek, waarna er levendig emailcontact ontstond.
Gerard blijkt op 23 november 1944, in een groep van veertig man, vanuit de Utrechtse gevangenis te zijn overgebracht naar kamp Amersfoort. Van daaruit zou hij in januari meegaan met een groot transport naar Wenen, als dwangarbeider. Maar op de transportlijst is zijn naam met een blauwe potloodstreep doorgehaald. Onduidelijk is waarom zijn naam is geschrapt. Op een zaterdag in april wist hij te ontsnappen vanuit de nabijgelegen Waterloo Kazerne waar hij in februari naartoe was gebracht. Het staat keurig geregistreerd op zijn kampkaart: ‘ontvlucht 14-4-1945’.
Drie weken later reden Canadese troepen Amersfoort binnen.
Zijn achtergelaten zakhorloge en een ring, die later ook nog gevonden is, kwamen voor zijn kinderen als ‘een grote verrassing’. Ze hebben op 19 mei het horloge en de ring opgehaald in kamp Amersfoort, de plek waar hun vader als 20-jarige jongen vast zat. Na de oorlog weigerde hij een onderscheiding voor zijn verzetswerk, vertelt zoon Niek. Hij vond dat er in de laatste oorlogsmaanden te veel verkeerde mensen opeens aan de goede kant waren gaan staan. Daar wilde hij niet bij horen.